'Eerste keer op de bouwplaats was heel overweldigend'

Eigenlijk zou hij militair worden; hij had zich zelfs al aangemeld voor een opleiding in het leger, maar toen begon de bouw te trekken en veranderde Semmi Helmers van gedachten. Hij legt uit hoe dat kwam. "Mijn ouders kochten een oud huis waar van alles aan moest gebeuren. Er kwamen allerlei bouwvakkers langs die allemaal verschillende dingen deden. Ik merkte dat ik dat steeds interessanter en leuker begon te vinden. Toen ben ik gaan kijken naar een bouwopleiding."

Liever BOL dan BBL

Semmi heeft vmbo-t gedaan. De theoretische leergang is een vooropleiding voor mbo of havo, en daarna eventueel hbo. Hij wilde dan ook het liefst door met een opleiding waar het zwaartepunt op de theorie ligt. Op het portaal van ROC Amsterdam vond hij echter vooral praktische niveau 2 of 3 opleidingen. Toen hij de niveau 4 opleiding Middenkader bouwfunctionaris ontdekte, was het bingo. "Dat leek me heel leuk om mee te starten. Ik wist nog niet precies wat het inhield, maar zag wel dat het een BOL traject is. Dan ga je niet zoals bij een BBL meteen werken, maar ga je in principe vijf dagen per week naar school en loop je stages. Precies wat ik wilde. Ik ben pas negentien, werken komt later wel. Ik wil eerst mijn theoretische kennis zoveel mogelijk uitbreiden."

Koers richting uitvoerder

De open dag waar hij met zijn ouders heen ging, bevestigde hem in zijn keuze. "De docenten en de afdelingsleider die we spraken, hadden veel positieve verhalen. Jammer genoeg waren er die avond geen leerlingen bij; het leukste is toch om het van beide kanten te horen. Ik was overtuigd en heb niet verder naar andere opleidingen gekeken." In 2022 is hij gestart met de opleiding die hem mogelijkheden geeft om bijvoorbeeld als werkvoorbereider, uitvoerder of calculator aan de slag te gaan.

Snelle actie

De insteek van de BOL-opleiding is dat theorie en praktijk ongeveer 50/50 zijn verdeeld. Praktijkervaring moet je opdoen tijdens stages, dan heb je per week één schooldag en ben je vier dagen bij een bedrijf. Buiten de stageperiodes gaan de leerlingen vijf dagen per week naar school. Een goede stageplek vinden is niet voor elke leerling even eenvoudig. School helpt daar wel bij, maar het initiatief ligt wel bij de student. Voor Semmi bleek dat geen probleem. "School organiseert excursies naar bouwplaatsen en zo. In mijn eerste jaar kwamen we op een project van Bouwbedrijf de Nijs, vlakbij station Sloterdijk. Ik was heel enthousiast, het zag er leuk uit, de sfeer was goed. Ik heb toen het nummer gevraagd van de uitvoerder die de rondleiding deed en ik heb hem meteen die avond een bericht gestuurd. Ik kon bij wijze van spreken al de volgende dag op dat project beginnen."

In het echt is het anders

Inmiddels heeft Semmi het tweede jaar van de studie afgerond en al heel wat uren als stagiair op het project Motown tafel O doorgebracht. Hoewel hij heel bewust heeft gekozen voor een opleiding waar de nadruk op de theorie ligt, onderschat hij het belang van de praktijk zeker niet. "Je kunt dat werk op de bouwplaats echt niet doen met alleen kennis uit de boeken. De praktijk is zoveel meer. Op school hebben we bijvoorbeeld geleerd hoe een gevel in elkaar zit, maar op de bouwplaats zie je dat het toch heel anders is. De gevel zelf natuurlijk niet, maar als je het in het echt ziet dan is het gewoon anders dan ik me aan de hand van detailplaatjes had voorgesteld."

Leuke en leerzame projecten

Hoewel hij dus een wereld van verschil ziet tussen praktijk en theorie, ziet hij dat dingen ook wel mooi op elkaar aansluiten. "Op school krijgen we elke periode van tien weken een project. Daar werken we in groepjes aan. Je inventariseert wat er allemaal moet gebeuren, je maakt een plan van aanpak met een verdeling van de taken en de planning, en dan ga je dingen doen als de bouwplaats inrichten, een materiaalstaat maken, sterkteberekeningen maken enzovoorts. Daar moet je dan de dingen toepassen die je hebt geleerd bij bijvoorbeeld materiaalleer en constructieleer. Elke week lever je een deel op en aan het eind geef je een presentatie. Die projecten vind ik het leukste van wat we op school doen. En de dingen die je in je project doet, zie je ook op de stageplek langskomen. Ik denk dus dat ik op deze manier wel goed wordt opgeleid en voorbereid voor het echte werk.

Lot uit de loterij

De stage is volgens hem toch wel de kern van de opleiding. Daarom vindt hij het heel belangrijk dat je daarin goed wordt begeleid. "De eerste keer dat ik op de bouwplaats kwam was heel overweldigend. Als je daar gewoon losgelaten wordt en niet wordt meegenomen, dan zie ik het niet echt goed komen." Hij is heel tevreden over hoe De Nijs dat met hem heeft aangepakt. 
 
"Mijn stagebegeleider is uitvoerder. Hij heeft me heel erg geholpen, heeft veel laten zien, veel uitgelegd. Ik heb ook geluk met het bouwproject zelf. Ik heb daar zo’n beetje alles kunnen meemaken, van de ruwbouw tot het hoogste punt en daarna de afbouw en de oplevering van een aantal woningen. Sommige appartementen zijn al bewoond. Ik heb echt heel veel geleerd."

Eigen verantwoordelijkheid

Dat niet al zijn klasgenoten het zo goed hebben getroffen, realiseert hij zich wel. "Ik hoor wel verhalen van anderen die heel weinig te doen hebben of de hele stageperiode alleen maar klusjes moeten doen. Dat is natuurlijk niet goed, maar ik denk wel dat je daar als student zelf bij bent. Je kunt aangeven dat je niet voldoende werk hebt of onvoldoende leert. Het gaat er toch vooral om wat je er zelf insteekt. Doe je niets, dan sta je met 3-0 achter en gaat het lastig worden." Zelf heeft hij veel energie in zijn stage gestoken. "Ik heb het idee dat dat wordt gewaardeerd. Bij De Nijs willen ze me graag helpen met nadenken over de volgende stappen. Ga ik na deze opleiding werken of ga ik door met studeren? Ik ben er nog niet uit maar ik laat me graag begeleiden door mensen die er verstand van hebben." Voorlopig is hij pas op de helft van deze opleiding, en kan er nog van alles veranderen.

Veel meer reizen

Er gáát ook van alles veranderen. Volgend jaar verhuist school naar de Bouw Academy in Diemen. Daar zijn ook werkplaatsen voor de praktische opleidingen als timmerman, elektricien etcetera. Dat geeft iets meer gevoel dat je een bouwopleiding doet dan het huidige pand in Amsterdam dat toch veel meer een 'saai’ schoolgebouw is. Daarnaast gaat Semmi naar een ander stageproject. Motown tafel O is dan afgerond. Hij is heel benieuwd, het wordt een ander team en een ander werk, een andere locatie – het nieuwe project is in Amsterdam Zuid-Oost, dus dat wordt twee keer zo lang met de trein. "Misschien is dat wel net of je bij een ander bedrijf terecht komt." Bang dat het gaat tegenvallen na zijn super ervaring met de eerste stage is hij niet. "Ik denk dat het wel goed komt, het is een fijn bedrijf."