Dit is onze inzet voor het begrotingsbehandeling klimaat
Woensdag 6 november 2024
Woensdag 6 november debatteert de Tweede Kamer over de begroting van het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Deze begroting is van belang voor de bouw en infra. Wat is onze inzet?
Uit recent onderzoek blijkt dat de klimaatdoelen nog niet binnen bereik zijn. Het PBL concludeert dat er minder dan 5% kans is dat we het wettelijke klimaatdoel van 55% minder CO2-uitstoot in 2030 gaan halen. Extra maatregelen lijken daarom onvermijdelijk. We roepen de politiek op om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over aanvullende maatregelen zodat de sector weet waar zij aan toe is.
Bouw- en infrabedrijven hebben baat bij voorspelbaar en continu beleid om invulling te geven aan het behalen van de klimaatdoelen. Om de juiste investeringen te kunnen doen, moet de sector duidelijkheid hebben. De politiek moet oog hebben voor de uitvoering en concrete voorstellen doen.
Lees hier onze uitgebreide reactie op de Klimaat- en Energieverkenning.
Knelpunten oplossen
De realisatie van grote projecten in de energietransitie duurt al snel acht à tien jaar. Dat moet en kan veel sneller. Europese regelgeving biedt mogelijkheden om ruimtelijke- en milieuprocedures te versnellen. We pleiten ervoor alle mogelijkheden tot versnelling aan te grijpen zodat de sector sneller kan bouwen. Ook roepen we Den Haag op om een ‘doorloopmonitor’ te starten, zodat zij beter kan zien waar projecten vertraging oplopen en met aanvullende maatregelen kan komen om knelpunten in het proces te op te lossen.
Versnelling verzwaren elektriciteitsnet
Er lopen veel initiatieven om het elektriciteitsnet te verzwaren. We constateren dat deze initiatieven versnipperd zijn en het ontbreekt aan centrale doorzettingsmacht om knopen door te hakken. We roepen de regering daarom op om bestaande versnellingsoperaties vanuit de Omgevingswet meer toe te passen op projecten die nodig zijn voor de energietransitie.
Behoud van kennis en uitvoeringscapaciteit van warmtenetten
Warmtenetten spelen een belangrijke rol in het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. Maar onduidelijkheid over andere wet- en regelgeving, financiële risico’s voor warmtebedrijven en beperkt maatschappelijk draagvlak leiden tot vertraging. Ook zorgt het wetsvoorstel Wet collectieve warmte ervoor dat er minder animo is onder private warmtebedrijven om nieuwe aansluitingen te realiseren. De verwachting is dat zo lang de benodigde stappen in het proces, waaronder de financiële ondersteuning, niet zijn ondernomen, de omvang van het werk in warmtenetten zal afnemen. Dit kan ertoe leiden dat aannemers hun maakexpertise en capaciteit niet inzetten voor warmte, maar zich richten op ander werk. Investeringen in kennis en personeel zijn broodnodig om de energietransitie te realiseren. Daarom roepen we Den Haag op ervoor te zorgen dat kennis en uitvoeringscapaciteit behouden wordt.
Betrek bouw- en infrabedrijven eerder
Ten slotte doen we de oproep de Tweede Kamer om bouw- en infrabedrijven eerder te betrekken wanneer beleid wordt gemaakt. We merken dat bouw- en infrabedrijven pas laat worden betrokken wanneer het gaat om bijvoorbeeld kernenergie, waterstof en groen gas. Dit leidt tot vertraging doordat plannen technisch niet uitvoerbaar blijken, financieel onrendabel zijn, of er te weinig animo voor is vanuit de markt. Dat kan voorkomen worden.
Gerelateerd nieuws
We lanceren met trots en op veler verzoek een video waarin we in iets meer dan één minuut aan iedereen laten zien wat wij als sector iedere dag samen doen en waarom dat belangrijk is voor Nederland.
Op 1 januari 2025 treedt de geactualiseerde Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw (RWU) in werking. Deze regeling wordt gebruikt om prijswijzigingen tijdens de uitvoering van bouwprojecten op een transparante manier tussen opdrachtgever en aannemer te verrekenen. De actualisatie is een initiatief van Techniek Nederland, Bouwend Nederland en het Rijksvastgoedbedrijf. De RWU 2025 is op een aantal punten vernieuwd ten opzichte van de huidige versie die al vanaf 1991 wordt gehanteerd.
Per 31 december 2025 stopt bpfBOUW met het uitvoeren van de CBSI-overeenkomsten. Zij zegt deze overeenkomsten met alle werkgevers op. Vanaf deze datum is het voor werkgevers niet meer mogelijk om opgebouwde pensioenen die bij een verzekeraar zijn ondergebracht door bpfBOUW te laten indexeren.