Convenant: op naar duurzamer asfalt in het Noorden
Vrijdag 12 juli 2024
Overheden, brancheorganisaties en marktpartijen in de drie noordelijke provincies zetten samen in op duurzamer asfalt. Daarvoor hebben ze de afgelopen weken hun handtekening gezet onder een convenant. De ondertekenaars streven naar minder soorten asfalt, een duurzamere samenstelling en productie op een lagere temperatuur. Daarnaast zetten ze in op hergebruik van asfalt en verduurzaming van de vier asfaltcentrales.
"Provinciale en gemeentelijke overheden willen hun milieu-impact verkleinen. De verduurzaming van de asfaltketen is daarvoor een uitstekend instrument", zegt Tobias Strating, namens de aandeelhouders van asfaltcentrale APW. "Infraprojecten zijn grote investeringen voor overheidsorganisaties én ze hebben een grote milieu-impact. Dat komt door de grondstoffen die worden gebruikt en door de CO2-uitstoot. Als overheden hun voetafdruk willen verkleinen, zijn er in de infra goede stappen te zetten. Met name bij de productie van asfalt is veel winst te behalen."
Minder verschillende asfaltsoorten
Die winst is te halen op verschillende manieren, zegt Sander Wubbolts, onze regiomanager van regio Noord. "In het convenant is vastgelegd dat we in het Noorden streven naar het gebruik van minder verschillende asfaltsoorten. Dat scheelt in de productiekosten. Daarnaast willen we duurzamere soorten gebruiken. De meest milieubelastende soort, blanke bitumen, wordt helemaal uitgefaseerd en we willen meer biobased bindmiddelen gebruiken. Bovendien streven we naar lagere productietemperaturen en meer hergebruik van bestaand asfalt."
Ondertekenaars
Het convenant is ondertekend door de provincies Drenthe, Friesland en Groningen en de hoofdsteden Assen, Leeuwarden en Groningen. Daarnaast staan de handtekeningen van Bouwend Nederland, NL Ingenieurs en Circulair Friesland, menginstallatie Overijssel eronder en van de asfaltcentrales in Staphorst, Kootstertille en Westerbroek. Ook diverse marktpartijen verbinden zich aan de afspraken.
Noorden als koploper
Het noorden toont zich koploper met dit convenant, stelt Harm Beerda van Circulair Friesland. Hij bracht twee jaar geleden op verzoek van de provincie Fryslân de ondertekenende partijen voor het eerst bij elkaar. "Het was veelzeggend dat bij de ondertekening in Groningen een vertegenwoordiger van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aanwezig was. Nergens in Nederland zijn alle partijen uit de asfaltketen zo ver met verduurzamingsafspraken als in het noorden. Onze samenwerking is ook al als goed voorbeeld in een Kamerbrief genoemd."
Wat Beerda hoopgevend vindt: "Een convenant blijft soms bij mooie woorden, maar bij de ondertekeningssessies in de drie provincies werd duidelijk dat de bestuurders hier écht werk van willen maken en ook bereid zijn daarvoor een beperkt financieel risico te lopen."
Vooralsnog hebben alleen de drie hoofdstedelijke gemeenten hun handtekening gezet. Dat is een bewuste keuze, vertelt Tobias Strating. "In Leeuwarden, Groningen-stad en Assen is meer capaciteit en kennis dan bij de omliggende gemeenten. Het idee is dat dit convenant zich verder verspreidt naar de andere gemeenten in de provincie. Zij kunnen aanhaken bij de afspraken en bij de kennis en ervaring die in de hoofdstad is opgedaan. Zo hoorde ik dat de gemeente Heerenveen haar belangstelling al bij de gemeente Leeuwarden kenbaar heeft gemaakt."
Zekerheid voor de sector
Voor de drie asfaltcentrales betekent het convenant dat ze naar de toekomst kunnen kijken. "Alle drie centrales in Westerbroek, Staphorst en Kootstertille zijn aan vernieuwing toe", zegt Wubbolts. "Dit convenant is een belangrijke steun in de rug om die investeringen in te vullen en aan te gaan. Ze weten nu zeker dat er een markt is voor duurzamere productie en duurzamere asfaltsoorten." Ook voor infrabedrijven geeft het convenant meer zekerheid. "Deze afspraken helpen iedereen om te voldoen aan duurzaamheidsdoelstellingen en de race naar de laagste prijs – ten koste van het milieu – achter ons te laten."
Het prijsargument is bovendien relatief, vult Beerda aan. "Europese regels verplichten ons steeds meer om milieubelasting te vertalen in geld. Op termijn zijn we dus met duurzamer asfalt goedkoper uit. Het is mooi om te zien dat we als marktpartijen en overheid daar nu al mee aan de slag gaan, in een hele goede onderlinge samenwerking."
Gerelateerd nieuws
Om de grote opgaven in onze sector het hoofd te kunnen bieden, is goede samenwerking tussen RWS en markt belangrijk. In coronatijd is hebben om die reden RWS, Bouwend Nederland, Techniek Nederland, Vereniging van Waterbouwers, MKB Infra, Cumela en NLingenieurs samen de Taskforce Infra opgericht. In eerste instantie om de gevolgen van de coronacrisis aan te kunnen en in het vervolg daarvan ook om gezamenlijk andere uitdagingen binnen onze sector op te pakken: 2-fasenaanpak, portfoliocontracten en assetmanagement. Het nieuwste initiatief is het Platform V&R waar samen gewerkt wordt aan het snel en slim vormgeven van de aanpak in de V&R-opgave.
Dinsdag 10 december 2024 was het weer zover: de Asfaltdag. Jaarlijks op de tweede dinsdag van december komt asfalt Nederland samen in Theater Flint in Amersfoort. Dit jaar hebben ruim 500 mensen deelgenomen aan het interactieve programma en de bijbehorende beurs bezocht, want bij de Asfaltdag zijn betekent dat je weer op de hoogte bent als het over asfalt gaat. Met als bijkomend voordeel dat je kunt zeggen: "Ik was er ook bij”. Het centrale thema was verduurzaming van de sector.
Steeds meer bruggen en viaducten hebben onderhoud nodig. Deze opgave is veel groter én kostbaarder dan gedacht. Daarom zoeken we naar een innovatieve aanpak waarmee we meer objecten per jaar kunnen onderhouden en renoveren. Tijdens de bijeenkomst Innoveren door te renoveren lieten bestuurders van de openbare ruimte, managers, beleidsmakers, projectleiders, vakspecialisten en beheerders zich graag inspireren.